Tim

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: tim

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Tim -
verkleinwoord Timmetje -

Eigennaam

Tim m

  1. (mannelijke naam) een jongensnaam
    • Tim ging meestal met de motor naar zijn werk. 
     Langzaam nam hij zijn skibril af, keek me rustig aan, draaide het gastenboek naar zich toe en riep met een luide stem door het kleine café: ‘Tim Van Gogh.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia