BV
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- BV
Woordherkomst en -opbouw
- (initiaalwoord) van bekende Vlaming, door de 20e-eeuwse Belgische journalist A. Grootaers rond 1990 geïntroduceerd in zijn showbizzrubriek in het tijdschrift Nieuwe Panorama [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | BV | BV's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
BV m
- (persoon) Nederlandstalige Belg die in Vlaanderen veel of lang in de publiciteit is
Zelfstandig naamwoord
- verouderde spelling of vorm van bv tot 2006
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord BV staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Els Van Herbruggen“De relatie tussen de ‘roddelpers’ en de ‘BV’s’: Conflict, samenwerking of onderhandeling?”, masterscriptie (2010), Katholieke Universiteit Leuven, p. 10
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Initiaalwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Oude spelling van het Nederlands van voor 2006
- Woordenlijst Nederlandse Taal