BV

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • BV
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord BV BV's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

BV m

  1. (persoon) Nederlandstalige Belg die in Vlaanderen veel of lang in de publiciteit is

Zelfstandig naamwoord

de BVv / m

  1. verouderde spelling of vorm van bv tot 2006

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2024 Weblink bron
    Els Van Herbruggen
    “De relatie tussen de ‘roddelpers’ en de ‘BV’s’: Conflict, samenwerking of onderhandeling?”, masterscriptie (2010), Katholieke Universiteit Leuven, p. 10