ACV-voorzitter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ACV-·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ACV zn en voorzitter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ACV-voorzitter | ACV-voorzitters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ACV-voorzitter m
- (beroep) leider van het Algemeen Christelijk Vakverbond
Gangbaarheid
- Het woord ACV-voorzitter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.