zwartreden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·re·den

Werkwoord

vervoeging van
zwartrijden

zwartreden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van zwartrijden
    • ...dat wij zwartreden. 
    • ...dat jullie zwartreden. 
    • ...dat zij zwartreden.