zoor
Uiterlijk
- zoor
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zoor | zoorder | zoorst |
verbogen | zore | zoordere | zoorste |
partitief | zoors | zoorders | - |
zoor
- uitgedroogd, opgebrand, afgeleefd
- Kijk m'n zore handen toch eens...
- Het woord zoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoor" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be