zooit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zooit

Werkwoord

vervoeging van
zooien

zooit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zooien
    • Jij zooit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zooien
    • Hij zooit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zooien
    • Zooit! 

Gangbaarheid