zesenzestigjarigs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·en·zes·tig·ja·rigs
Bijvoeglijk naamwoord
zesenzestigjarigs
- partitief van de stellende trap van zesenzestigjarig
Gangbaarheid
- Het woord 'zesenzestigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.