zesentachtigjarigs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·en·tach·tig·ja·rigs
Bijvoeglijk naamwoord
zesentachtigjarigs
- partitief van de stellende trap van zesentachtigjarig
Gangbaarheid
- Het woord 'zesentachtigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.