zengt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zengt

Werkwoord

vervoeging van
zengen

zengt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zengen
    • Jij zengt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zengen
    • Hij zengt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zengen
    • Zengt!