zeillessen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeillessen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛilɛsə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zeil·les·sen
Woordherkomst en -opbouw
- zeilles met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de zeillessen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilles
- Wel is enige kennis van het zeilen noodzakelijk, zodat hen, evenals reizigers voor wie het al langer is geleden dat ze op een zeilboot zaten, wordt aanbevolen voorafgaande aan de vakantie zeillessen in Nederland te nemen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zeillessen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Zalinge, E. van"Kapitein op eigen schip onder geleide" in: Het Parool jrg. 53 nr. 14779 (24 april 1993); p. 37 kol. 5; geraadpleegd 2018-10-07