zeefdrukt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeef·drukt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeefdrukken |
zeefdrukt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeefdrukken
- Jij zeefdrukt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeefdrukken
- Hij zeefdrukt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeefdrukken
- Zeefdrukt!