zeefdrukt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeef·drukt

Werkwoord

vervoeging van
zeefdrukken

zeefdrukt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeefdrukken
    • Jij zeefdrukt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeefdrukken
    • Hij zeefdrukt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeefdrukken
    • Zeefdrukt!