zakkenrolt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ken·rolt

Werkwoord

vervoeging van
zakkenrollen

zakkenrolt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakkenrollen
    • Jij zakkenrolt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakkenrollen
    • Hij zakkenrolt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zakkenrollen
    • Zakkenrolt!