zabbelende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zabbelende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zab·be·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | zabbelen |
zabbelende
- verbogen vorm van zabbelend, het onvoltooid deelwoord van zabbelen
Gangbaarheid
- Het woord 'zabbelende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.