woongebiedjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woongebiedjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwoŋɣəˌbicəs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- woon·ge·bied·jes
Woordherkomst en -opbouw
- woongebiedje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de woongebiedjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord woongebied