witwast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·wast

Werkwoord

vervoeging van
witwassen

witwast

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van witwassen
    • ... dat jij witwast. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van witwassen
    • ... dat hij witwast.