wird

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Duits

Woordafbreking
  • wird

Werkwoord

wird

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van werden
    «Er wird in einigen Tagen nach Berlin zurückreisen.»
    Hij zal in een paar dagen naar Berlijn teruggaan.