winterkoninkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: winterkoninkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪntərˌkonɪŋkjə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- win·ter·ko·nin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van winterkoning zn met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het winterkoninkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterkoning
Opmerkingen
- In het alledaagse spraakgebruik is dit verkleinwoord de meest gangbare naam.