Naar inhoud springen

wilft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wilft

Werkwoord

vervoeging van
wilfen

wilft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wilfen
    • Jij wilft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wilfen
    • Hij wilft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wilfen
    • Wilft! 

Gangbaarheid