Naar inhoud springen

wendt

Uit WikiWoordenboek
  • wendt
vervoeging van
wenden

wendt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
    • Jij wendt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
    • Hij wendt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wenden
    • Wendt! 
     Vergeet niet wat er op het spel staat ' 'Van alle waren die ik kan verhandelen, wil je die suiker het eerst weg hebben! Maak je je opeens geen zorgen meer over al die zoetekauwen? Wat zou je dominee daar wel van zeggen?' Johannes wendt zich tot zijn vrouw.[1]
     Johannes wendt zich tot Nella, die ineenkrimpt omdat hij in de besloten ruimte van de gang nog groter lijkt dan anders.[1]


  • hoe je het wendt of keert
hoe dan ook; het blijft een feit dat
  Hoe je het ook wendt of keert, haar vader was er niet op haar verjaardag. [2] 
 Het scenario dat er een halve man en een paardenkop langs de Prinsengracht zou staan wilde de KNVB voorkomen. Dan liever een vol Lepelenburg in Utrecht, waar twaalfduizend man in kunnen en het er sowieso 'vol' uitziet. 'Ik vind ook dat je op dit moment geen appels met peren moet vergelijken', vervolgt Schippers. 'Hoe je het ook wendt of keert, mannenvoetbal is gewoon nog steeds veel populairder. Dan denk je eerder aan een rondvaart door de grachten in Amsterdam. Vrouwenvoetbal is een andere sport. De Leeuwinnen krijgen dus ook een ander feestje.' [3] 
  1. 1 2
    Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789021809526
  2. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  3. Volkskrant Iris Koppe 7 augustus 2017