wegrelativerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·re·la·ti·ve·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | wegrelativeren |
wegrelativerende
- verbogen vorm van wegrelativerend, het onvoltooid deelwoord van wegrelativeren
vervoeging van: | wegrelativeren |
verbogen vorm: | wegrelativerendee |
wegrelativerende