wegpest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·pest
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegpesten |
wegpest
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegpesten
- ... dat ik wegpest.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegpesten
- ... dat jij wegpest.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegpesten
- ... dat hij wegpest.
Gangbaarheid
- Het woord wegpest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.