weghielpen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weghielpen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·hiel·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weghelpen |
weghielpen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van weghelpen
- ...dat wij weghielpen.
- ...dat jullie weghielpen.
- ...dat zij weghielpen.
- ...dat wij weghielpen.
Gangbaarheid
- Het woord weghielpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.