weerklinkt
Uiterlijk
- Geluid: weerklinkt (hulp, bestand)
- weer·klinkt
vervoeging van |
---|
weerklinken |
weerklinkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerklinken
- Jij weerklinkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerklinken
- Hij weerklinkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerklinken
- Weerklinkt!
- Het woord weerklinkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.