waterskiet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·skiet

Werkwoord

vervoeging van
waterskiën

waterskiet

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterskiën
    • Jij waterskiet. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterskiën
    • Hij waterskiet. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waterskiën
    • Waterskiet!