warten

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Duits

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
warten
/ˈvaʁtən/
wartete
/ˈvaʁtətə/
gewartet
ɡəˈvaʁtət/
volledig

Werkwoord

warten

  1. wachten