waarmerkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- waar·merkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waarmerken |
waarmerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarmerken
- Jij waarmerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarmerken
- Hij waarmerkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waarmerken
- Waarmerkt!