waare
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Werkwoord
waare
- eerste persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sei
waare
- derde persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sei
- «Mir sin aa in ee paar alde Karrichhoffe gange, die so alt waare, ass sie viel Graabschtee aus em 1700s ghatt hen!»
- We gingen ook naar een paar oude begraafplaatsen die zo oud waren dat ze veel grafstenen uit de 18e eeuw hadden.
- «Mir sin aa in ee paar alde Karrichhoffe gange, die so alt waare, ass sie viel Graabschtee aus em 1700s ghatt hen!»
Schrijfwijzen
Typische woordcombinaties
- mir waare (3e persoon meervoud)
- sie waare (3e persoon meervoud)