waare

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

Werkwoord

waare

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sei

waare

  1. derde persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sei
    «Mir sin aa in ee paar alde Karrichhoffe gange, die so alt waare, ass sie viel Graabschtee aus em 1700s ghatt hen!»
    We gingen ook naar een paar oude begraafplaatsen die zo oud waren dat ze veel grafstenen uit de 18e eeuw hadden.
Schrijfwijzen
Typische woordcombinaties
  • mir waare (3e persoon meervoud)
  • sie waare (3e persoon meervoud)