voorzeggend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorzeggend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·zeg·gend
Werkwoord
vervoeging van: | voorzeggen |
verbogen vorm: | voorzeggende |
voorzeggend
vervoeging van: | voorzeggen |
verbogen vorm: | voorzeggende |
voorzeggend