voorkome
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·ko·me
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorkomen |
voorkome
- aanvoegende wijs van voorkomen
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorkomen |
voorkome
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van voorkomen
- ... dat men voorkome.