voorhalletje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorhalletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorhɑləcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- voor·hal·le·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het voorhalletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorhal