voorhallen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorhallen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorhɑlə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- voor·hal·len
Woordherkomst en -opbouw
- voorhal met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de voorhallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voorhal