volkwamen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·kwa·men

Werkwoord

vervoeging van
volkomen

volkwamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volkomen
    • ...dat wij volkwamen. 
    • ...dat jullie volkwamen. 
    • ...dat zij volkwamen. 

Werkwoord

vervoeging van
volkomen

volkwamen

  1. meervoud verleden tijd van volkomen
    • Wij volkwamen. 
    • Jullie volkwamen. 
    • Zij volkwamen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid