voleindig
Uiterlijk
- vol·ein·dig
vervoeging van |
---|
voleindigen |
voleindig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voleindigen
- Ik voleindig.
- gebiedende wijs van voleindigen
- Voleindig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voleindigen
- Voleindig je?
- Het woord voleindig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.