Naar inhoud springen

visten uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 3 apr 2018 om 09:19 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *vis·ten uit {{-etym-}} *{{vorm-scheidbaar...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vis·ten uit
vervoeging van
uitvissen

visten (...) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitvissen
    • Wij visten uit. 
    • Jullie visten uit. 
    • Zij visten uit.