virkelige

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • vir·ke·li·ge

Bijvoeglijk naamwoord

virkelige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van virkelig

virkelige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van virkelig


Noors

Woordafbreking
  • vir·ke·li·ge
Naar frequentie 1951

Bijvoeglijk naamwoord

virkelige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van virkelig

virkelige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van virkelig