vierde naamvallen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·de naam·val·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de vierde naamvallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vierde naamval
     Dit is alleen al een moeilijk te detecteren fout, omdat het huidige Nederlands geen derde en vierde naamvallen kent.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 juni 2020 Weblink bron
    Peter-Arno Coppen
    “Gelezen en van kritiek voorzien” (15 mei 1996) op trouw.nl op Wikipedia