verzuimden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzuimden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zuim·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzuimen |
verzuimden
- meervoud verleden tijd van verzuimen
- Wij verzuimden.
- Jullie verzuimden.
- Zij verzuimden.
- Wij verzuimden.