verzekerde mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ker·de mee

Werkwoord

vervoeging van
meeverzekeren

verzekerde mee

  1. enkelvoud verleden tijd van meeverzekeren
    • Ik verzekerde mee. 
    • Jij verzekerde mee. 
    • Hij, zij, het verzekerde mee.