verweef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·weef

Werkwoord

vervoeging van
verweven

verweef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweven
    • Ik verweef. 
  2. gebiedende wijs van verweven
    • Verweef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweven
    • Verweef je?