verwasemt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wa·semt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwasemen |
verwasemt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwasemen
- Jij verwasemt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwasemen
- Hij verwasemt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwasemen
- Verwasemt!