verwaarloost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·waar·loost

Werkwoord

vervoeging van
verwaarlozen

verwaarloost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwaarlozen
    • Jij verwaarloost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwaarlozen
    • Hij verwaarloost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwaarlozen
    • Verwaarloost!