vervolmaakten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·vol·maak·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vervolmaken |
vervolmaakten
- meervoud verleden tijd van vervolmaken
- Wij vervolmaakten.
- Jullie vervolmaakten.
- Zij vervolmaakten.
- Wij vervolmaakten.
vervoeging van |
---|
vervolmaken |
vervolmaakten