vertroetel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vertroetel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·troe·tel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertroetelen |
vertroetel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertroetelen
- Ik vertroetel.
- gebiedende wijs van vertroetelen
- Vertroetel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertroetelen
- Vertroetel je?