vertolkten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vertolkten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·tolk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertolken |
vertolkten
- meervoud verleden tijd van vertolken
- Wij vertolkten.
- Jullie vertolkten.
- Zij vertolkten.
- Wij vertolkten.