vertegenwoordigden
Uiterlijk
- ver·te·gen·woor·dig·den
vervoeging van |
---|
vertegenwoordigen |
vertegenwoordigden
- meervoud verleden tijd van vertegenwoordigen
- Wij vertegenwoordigden.
- Jullie vertegenwoordigden.
- Zij vertegenwoordigden.
- Wij vertegenwoordigden.
- Het woord vertegenwoordigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.