verstrooi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·strooi
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstrooien |
verstrooi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrooien
- Ik verstrooi.
- gebiedende wijs van verstrooien
- Verstrooi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrooien
- Verstrooi je?