verspringende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·sprin·gen·de
Werkwoord
vervoeging van: | verspringen |
verspringende
- verbogen vorm van verspringend, het onvoltooid deelwoord van verspringen
Bijvoeglijk naamwoord
verspringende
- verbogen vorm van de stellende trap van verspringend