versluist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·sluist
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versluizen |
versluist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versluizen
- Jij versluist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versluizen
- Hij versluist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versluizen
- Versluist!
Gangbaarheid
- Het woord versluist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.