verslenste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verslenste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·slens·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verslensen |
verslenste
- enkelvoud verleden tijd van verslensen
- Ik verslenste.
- Jij verslenste.
- Hij, zij, het verslenste.
- Ik verslenste.
- verbogen vorm van verslenst, voltooid deelwoord van verslensen