verslenst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slenst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verslensen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verslensen

verslenst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslensen
    • Jij verslenst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslensen
    • Hij verslenst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verslensen
    • Verslenst! 
vervoeging van: verslensen…
verbogen vorm: verslenste

verslenst

  1. voltooid deelwoord van verslensen